Nepmeubel (28 oktober 2008)Vanochtend werd er aangebeld. Toen ik via de intercom informeerde wie er aan de deur was, hoorde ik een stem die iets schreeuwde als 'Hip Wonen'. Wie mijn weblogs leest (klik) zal zich mijn verwondering kunnen voorstellen; wat had dat stel ongeregeld in hemelsnaam bij mij te zoeken? Ik opende de voordeur en zag enkele figuren naderen die volgens mededeling van een buurvrouw voor haar kwamen. Ze namen niet de moeite zich te excuseren. kennelijk vonden ze het doodnormaal mensen nodeloos lastig te vallen. Ach ja, lieden met een zware geestelijke handicap kun je nu eenmaal niet alles kwalijk nemen: het correct aflezen van naambordjes is voor dit soort zultkoppen kennelijk tè moeilijk. Reeds in het eerder genoemd weblog kon u lezen over het gebrek aan intelligentie en goede manieren van het personeel van deze zaak, waar men zich bezighoudt met de verkoop van woonartikelen die elk verstandig mens alleen als volledig nep kan beschouwen. De 'heren' zeulden iets met zich mee dat er uitzag als een afgedankt meubelstuk. Maar zelfs voor oud meubilair zag het er te slecht uit: het was namelijk gemaakt van afzichtelijk sloophout. "if you say you're hip, you're probably not," zegt men in het Engels. Wie wil weten wat daarmee bedoeld wordt moet eens gaan kijken bij de firma Hip Wonen: een schemerlamp die een spotlight uit een filmset moet suggereren, een monsterlijke Boeddha-kop van glimmend kunststof en tal van andere artikelen die misschien niet zouden misstaan in een feestwinkel, maar waar iemand met enige smaak nog niet dood tussen zou willen worden aangetroffen. Kennelijk behoorde ook dit smakeloze samenraapsel tot hun assortiment. Vandaag heeft dan ook de vraag me beziggehouden waarom verstandige mensen zo'n stuitend meubelstuk in hun huis willen halen. De enige verklaring die ik kan bedenken is dat dit stuk meubilair een soort milieu-bewustheid zou moeten uitstralen. Ik vrees wel dat ik de bezitters van dit stuitende rekwisiet een illusie moet ontnemen: met de vervuiling en energieverbruik van één vliegreisje, had men minstens twintig van dit soort gedrochten kunnen laten beschilderen. Dus wat toont men eigenlijk aan met de aanschaf van zo'n gedrocht als men ook nog drie of vier vliegvakanties per jaar maakt?
|