Winkelier nieuwe stijl (14 november 2007)In Jort Kelders tv-programma over de P.C. Hooftstraat kon u vernemen hoe er ook minder beschaafde figuren in de PC verschijnen. Of dat ook geldt voor de Overtoom, kunt u straks zelf bepalen. Vanmiddag liep ik te wandelen over de Overtoom, toen ik bij nummer 412 ("Hip Wonen" , wat dat ook moge betekenen) mijn weg grotendeels geblokkeerd zag door een bestelwagen die zo'n tachtig procent van de breedte van het trottoir in beslag nam. Ik voelde er weinig voor me tussen het rijdend verkeer te begeven, dus wurmde ik mij door de smalle doorgang. Op het einde van de vernauwing werd mijn weg echter versperd door het achterportier van genoemde bestelwagen. Daar ik graag mijn weg wilde vervolgen, duwde ik het versperrende portier van mij af.
Achter de bestelwagen bleken enige figuren te staan, die bij mijn verschijning in acute razernij ontstaken. Een van deze lieden raakte zo opgewonden dat hij het nodig vond op mij in te stompen. Daar ik er weinig voor voelde mij tot boksbal te laten degraderen, stapte ik de winkel binnen, in de hoop daar wat meer redelijkheid aan te treffen. De Overtoom is per slot van rekening een nette winkelbuurt, en ik nam aan dat de winkelier er zich niet van bewust was dat zijn personeel zich bezighield met het molesteren van voorbijgangers die het trottoir wilden gebruiken voor datgene waar trottoirs voor bedoeld zijn. De functie van een trottoir bleek echter ook voor deze winkelier bijzonder lastig te bevatten. Wat was ik voor idioot, dat ik niet begreep dat bestelwagens het volste recht hadden om de voetweg te blokkeren! Waarom vervolgde ik niet gewoon mijn weg via de rijbaan? U begrijpt dat deze Jacobse-en-Van-Es-figuur al snel geconfronteerd werd met een schreeuwend gebrek aan zinnige argumenten, wat hem echter nauwelijks leek te hinderen. Want spoedig concentreerde zijn betoog zich op minder relevante zaken, zoals het onmiskenbare feit dat mijn schedel niet met een overmaat aan haar getooid was. Ik begreep dat een discussie op deze manier weinig zinvol zou worden. En terwijl ik mijn weg vervolgde, werd mij nog van alles nageschreeuwd wat vermoedelijk bedoeld was om mij te kwetsen. Het meeste was lastig te verstaan, maar toch meende ik met enige moeite woorden als stront en schijt te kunnen onderscheiden. Goed, tot zover over deze nieuwe winkel aan de Overtoom. Mocht u in de buurt van dit etablissement komen, dan raad ik u in ieder geval enige voorzichtigheid aan. Ten slotte nog de vraag of deze zaak al dan niet als aanwinst voor de Overtoom gerekend moet worden. Een oordeel daarover laat ik graag aan mijn lezers over.
|