Ogen (25 december 2008)Een maand of twee geleden opende ik mijn ogen, en ik was verbaasd over het patroon dat ik zag, een soort craquelée of waren het riviertjes, of adertjes? In ieder geval was het iets wat tot dusver niet dagelijks was voorbijgekomen als ik m'n ogen opende. Nou beleeft een mens wel meer vreemde dingen - of u niet soms? Maar toen het na een week of twee nog niet was verdwenen, besloot ik toch maar even een vertegenwoordiger van de medische stand te raadplegen. De geneeskundige was uiterst vriendelijk en gaf me een receptje voor oogdruppels. Wel verwarrend dat het flesje hetzelfde formaat had als de flesjes waar de firma Sterilon haar ontsmettingsmiddel in verpakt. Ik kan in ieder geval uit eigen ervaring onthullen dat het niet aan te raden is Sterilon in uw ogen te druppelen. Maar ik heb de bijtende druppels overleefd. Het craquelée patroon is echter gebleven. Dus maakte ik een afspraak met een echte oogarts. Het duurde wel een paar weken voor deze deskundige tijd had, maar vorige week was het zo ver. De oogarts kon iets waartoe huisartsen kennelijk niet in staat zijn: hij kan je oog in kijken. Maar daarvoor moet wel een krachtige straal licht het oog binnengeschenen worden. Zo'n straal licht vernauwt je pupil echter zo sterk dat de oogarts nauwelijks nog het oog in kan kijken. Dus wordt er voor het onderzoek een vloeistof in je oog gedruppeld die de pupil sterk verwijdt. De deskundige keek eens goed naar binnen, waarna hij zijn oordeel velde. Het zogenaamde glasachtig lichaam begon steeds ondoorzichtiger te worden. Het wordt niet beter, eerder slechter, wist de ogendokter te melden. Of ik ermee zit? Nou, dat valt wel mee, hoor. Wel zit ik de laatste tijd wat meer achter de piano, want je moet toch een gezellige hobby overhouden als je ogen het gaan begeven. Laatst liep ik met mijn liefste echter over de Overtoom met een lading oude kranten, die wij wilden wegwerpen. Ter hoogte van de Vondelkerkstraat stond een papierbak. Ik opende de klep en wilde de tas leegkieperen toen ik me begon af te vragen of de toestand van mijn ogen ernstiger was dan de diagnose door de oogarts had doen vermoeden. Ik haalde mijn camera tevoorschijn en nam enige plaatjes. Maar na thuiskomst wist ik het echt: er woont kennelijk iemand in onze buurt wiens ogen zo slecht zijn dat hij/zij een vergiet niet kan onderscheiden van oud papier. De vraag is natuurlijk of ik daar gelukkig mee moet zijn ...
|