Computer-historie (3 november 2008)Het zal zo'n dertig jaar geleden zijn dat ik m'n eerste computer aanschafte. Het was geen PC (die moest nog worden uitgevonden), maar wel een heuse computer met een volwassen monitor en echt toetsenbord. Hij heette TRS-80 en zag er zo uit: Ik schat dat mijn huidige computer zo'n 30.000 maal het geheugen van die oude TRS-80 heeft. De enige software die ik bij de computer kreeg was een operating system (zeg maar DOS) en BASIC. Dat laatste was een vrij primitieve programmeertaal, als u dat nog niet wist. Alle andere software, zoals de administratie van de ciijfers van mijn leerlingen en een primitieve voorloopster van Ida, heb ik met dit BASIC in elkaar geknutseld. Ik heb nooit een automobiel bezeten, maar als ik de experts moet geloven, kon je voor het bedrag dat die primitieve TRS-80 me gekost heeft, een aardig tweedehands autootje aanschaffen. Als ik op feestjes wel eens onthulde welk bedrag ik had neergeteld voor een computer, werd ik vaak meewarig aangekeken en zag je ze iets denken als: "We hebben altijd wel gedacht dat ie niet helemaal goed snik was." U zult mijn genoegen begrijpen toen ik deze week het boek Alles moest nog worden uitgevonden las van Cordula Rooijendijk. Het boek beschrijft de ontwikkeling van de computer, met name in Nederland.
Voor wie al meer dan dertig jaar met computers bezig is, was het lezen van dit boek een feest der herkenning, zij het dat ik - anders dan sommige hobbyisten die Cordula ten tonele voert - nooit zelf computers in elkaar heb gesoldeerd. Het boek werd me aanbevolen door iemand die wat minder bij de geschiedenis van de computer betrokken is geweest. Hij was gefascineerd door het verhaal over Colossus, de allereerste computer, die door de Engelsen gebruikt werd om de berichten die door de Duitse machine Enigma waren versleuteld te decoderen. Het vervolg van het boek kon hem minder boeien. Eerlijk gezegd, vond ik het boek van tijd tot tijd ook wat inzakken. Ook vraag ik me af of alles in het boek wel helemaal klopt. Zo vermeldt de schrijfster dat Asimov een boek zou hebben geschreven met de titel 'Ik, computer'. Van Asimov ken ik wel een bundel die I Robot heet, maar het door Cordula genoemde boek kan ik nergens terugvinden. Ook vraag ik me af of haar beschrijving dat je de buizen bij de oudste computers beurtelings aan en uit zag gaan, wel overeenkomt met de werkelijkheid. Als een buis telkens aan moet gaan voor hij iets doet, zou dat de computer wel erg traag maken, lijkt me. Wel vond ik het verfrissend dat Cordula niet klakkeloos de veelgehoorde stelling overneemt "dat een Apple-computer zoveel beter is dan een PC". Het boek heeft wel meer goede kanten. Achterin het boek vinden we zo'n negentig noten. Ik kan de lezers van harte aanbevelen deze ook eens door te nemen. Daar vond ik bijvoorbeeld allerlei wetenswaardigheden, zoals het feit dat sommige ontwerpers van chips er een sport van lijken te maken om fraaie tekeningen in het ontwerp op te nemen -- die zonder microscoop overigens niet te zien zijn. Jammer vond ik het trouwens dat het boek geen afbeeldingen bevat. er is kennelijk voor gekozen om de foto's tot in detail te beschrijven. Veel van de beschreven foto's (zoals deze) zijn op het internet te vinden. Maar ik kan me voorstellen dat een foto hier en daar wel illustratief geweest was, met name voor lezers die geen computer binnen handbereik hebben. Immers, zoals ik in dertig jaar aan een technische school heb geleerd, zegt één plaatje vaak meer dan duizend woorden. Al met al vond ik het boek toch wel de moeite waard en aan te bevelen voor ieder die geïnteresseerd is in de geschiedenis van de computer.
|