ROOMSCHE FEESTEN

Ik kom voort uit een typisch katholiek geslacht, wat bijvoorbeeld blijkt uit het feit dat mijn grootmoeder meer dan een dozijn kinderen heeft gebaard, die op hun beurt -- ruw geschat -- zo'n twintig stuks nageslacht hebben voortgebracht. Ook had ze twee zonen die priester zijn geworden.

Wat we ook over zo'n kinderrijke familie mogen denken, er was één ding waar ze positief in uitblonken: feesten.

Zodra er een bruiloft of ander jubileum te vieren was, werd er een zaal afgehuurd waar een diner werd gehouden. Die diners duurden meestal vele uren.



Waarom zo lang? Had de familie zo'n enorme eetlust?

Nee, dat niet. Weliswaar bestond zo'n diner meestal uit vijf, zes gangen. Maar tussen de gangen werden liedjes gezongen en toneelstukjes opgevoerd (klik). Die liedjes en toneelstukjes waren vaak gemaakt door de gasten en hadden betrekking op het bruidspaar of wie er anderszins jubileerde.

Er was één liedje dat ik me herinner dat niet door de gasten was gemaakt. Eerlijk gezegd, heb ik het alleen gehoord in onze familie. Het ging als volgt:

  In achttienvijfennegentig,
  Toen m'n tante lag te sterven,
  Toen zijn we d'r allemaal heengegaan,
  Om de hele boel te erven.
  Ik zocht in een kabinet.
  Daar vond ik deze pet
  Hij paste me niet,
  Toen ik heb ik 'm aan me buurman opgezet.
  In achttienvijfennegentig
, enz. enz.

Bij elk couplet haalde degene die aan de kop van de tafel zat een hoed of pet uit een grote doos en zette die op z'n hoofd.



Bij de regel Toen ik heb ik 'm aan me buurman opgezet verplaatsten alle gasten hun eigen hoofddeksel naar het hoofd van hun buurman of buurvrouw.

U vraagt wat de zin hiervan was? Wat is de zin van een polonaise? Waarschijnlijk  niet meer dan dat men er erg veel plezier aan lijkt te beleven ...

En dat is de bedoeling van een feest, of niet soms?


Deze weblog verscheen op 14 november 2004 op de Internetsite Overtom.nl.


 Volgende weblog

 Vorige weblog

 Weblog-menu