VAKANTIES LANG GELEDEN Als jongetje gingen we in de zomervakantie met mijn broertjes, zusjes en mijn moeder naar Bergen, een dorp aan de Noordzee. U vraagt zich misschien af of mijn vader niet met ons meeging. Nou, om eerlijk te zijn, nee, niet echt. Soms zagen we hem de hele vakantie niet. Maar een heel enkele keer kwam hij 'n paar uur over. In dat geval verscheen hij op het strand, trok zijn colbert uit, schreef een paar ansichtkaarten, waarna hij nog heel even bleef zitten en dan spoorslags terugkeerde naar Amsterdam. Wij gingen er meestal op de fiets heen, soms onder begeleiding van een paar ooms. De jongste kinderen en de tantes gingen met de trein. Een van de voornaamste attracties van de fietstocht was het feit dat we halverwege de rit een café bezochten met de naam Kom Bij Tom, waar een indrukwekkende collectie pianola's en grote speeldozen stond. Een flink deel van onze beperkte financiële middelen verdween in de muziekapparaten. De laatse keer dat we naar Bergen fietsten, somberde het wat. Maar wij waren jong, dus het weer vormde nauwelijks een probleem. Maar toen we Kom Bij Tom niet meer konden vinden, was voor ons de pret er wel goeddeels vanaf. Een aantal jaren gingen we er met nòg twee andere families heen. Mijn moeders zuster Ans was er met haar gezin. En dan was er nog het gezin van ome Thijs. de 3 families Oom Thijs is waarschijnlijkste de grappigste man die ik me uit mijn kindertijd herinner. Het heeft weinig zin hier te proberen de verhalen te vertellen die zulke lachsalvo's op het strand veroorzaakten: de manier waarop ome Thijs een verhaal bracht was even onmisbaar als gebakken ui in de nasi goreng. De tantes en de kleinere kinderen gingen meestal naar het strand met een stoomtrein die Bello heette en die tot augustus 1955 door de duinen bij Bergen heeft gereden. Bello Soms huurden de tantes rieten strandstoelen. Rieten strandstoel Vaak groeven de grote mannen en wij jongens een enorme kuil in de grond waarin de volwassenen uit de wind konden zitten met al hun spullen. Als de groep de volgende dag terugkeerde, was de kuil soms door anderen bezet. Waren die anderen Duitsers, dan waren we misschien nog wat te klein om de kuil met geweld terug te krijgen, maar we konden het niet laten ze fijntjes te herinneren aan een eerdere bezetting -- het was per slot van rekening niet zo heel erg lang na de oorlog.
| |||
Volgende weblog
Vorige weblog Weblog-menu |