AFREKENING (27 mei 2008)
- U bent altijd goed geweest voor uw vrouw en u heeft uw gezin onderhouden?
En nu bent u hier ten gevolge van een aanslag? Ze zullen u missen. Maar treed
binnen in het Paradijs!
Wie volgt? - Ik, Heer ..
- Wie bent u?
- B....
- Namen zijn niet belangrijk. Welke goede daden heeft u verricht?
- Ik heb Uw vijanden een kopje kleiner gemaakt.
- Je denkt toch niet
dat ik mijn vijanden niet zou aankunnen! Maar hoe heb je dat precies gedaan?
- Ik heb hun gebouwen opgeblazen.
- Waarom zou je gebouwen opblazen?
-
Ik blies ze op omdat uw vijanden erin verbleven.
- Gebouwen vol met mijn
vijanden? Zoveel bij elkaar? Dat komt weinig voor! Weet je zeker dat je alleen
mijn vijanden te pakken had?
- Nou ja, er waren misschien ook wel goeden
bij ...
- Hoezo 'misschien'?
- Nou ja, er waren ook mensen bij die wel
deugden.
- En die heb je zo maar even gezellig mee opgeblazen?
- Het doel
heiligt de middelen toch ...
- Ben je nou echt zo stom?
- Ja maar, dat
is toch wat de het Boek beweert ...
- Het Boek? Geloof je echt dat je mensen
mag vermoorden omdat je dat uit een of ander boek meent op te kunnen maken?
- Ja, maar u heeft het Boek toch geschreven?
- Ben je nou zo stom, of
lijkt dat maar zo?
- Ja maar ik deed het allemaal om U ...
- Je bedoelt
dat je het deed omdat je wilde bewijzen dat jij gelijk hebt! Je denkt toch
niet dat ik je tot het paradijs toelaat. Straks begin je daar ook te moorden!
Uit m'n ogen met jou!
|