NOODREM (18 september 2005)Jaren geleden woonde ik in een stadje dat Geldermalsen heet. Dagelijks reisde ik een uur of vier tussen mijn werk in Amsterdam en mijn woning. De trein van Amsterdam naar Den Bosch rijdt wel langs Geldermalsen, maar helaas stopt hij er niet. Ik moest dus altijd overstappen. Een rechtstreekse verbinding zou mij dagelijks een uur reistijd gescheeld hebben. U kunt zich misschien voorstellen dat ik soms de volgende fantasie koesterde: ik zou met de sneltrein gaan, maar bij Geldermalsen zou ik aan de noodrem trekken, de trein zou piepend en knarsend tot stilstand komen. Ik zou naar buiten rennen en voor het spoorwegpersoneel mij kon grijpen zat ik al hoog en droog thuis.
Deze week moest ik in Den Haag zijn. Een kilometer of tien voor we Den Haag binnen zouden rijden, vertraagde de trein. Door de luidprekers klonk een stem die meedeelde dat er aan de noodrem getrokken was. De trein zou met 40 kilometer per uur doorrijden naar het eerstvolgende station, alwaar enige onduidelijke controles zouden plaatsvinden. Pas daarna zou de trein weer op normale snelheid verder kunen rijden. Waar ik op dat moment mee zat was niet zozeer de vertraging, maar het feit dat er een lang gekoesterde fantasie aan flarden ging: wie aan de noodrem trekt kan helemaal de trein niet uitrennen. De trein vertraagt wel, maar rijdt rustig verder. Mocht u ooit een medepassagier - om welke reden dan ook - half buiten de trein zien hangen, heeft het dan enige zin als u aan de noodrem trekt? Ik betwijfel het: de trein zal waarschijnlijk doorrijden met de ongelukkige passagier eraan bungelend. En op het eerstkomende station zal men constateren dat het inderdaad terecht is geweest dat aan de noodrem werd getrokken. Maar - eerlijk gezegd - had ik me dat toch iets anders voorgesteld ...
|