WINKELRUIT (15 augustus 2008)Als u denkt dat webloggen een bezadigde bezigheid is, die in alle rust van achter de computer wordt bedreven, leest u dan nog even verder ... Na een bezoek aan de Amserdamse ten Katemarkt betraden mijn liefste en ik de Douwes Dekkerstraat, met als doel om uiteindelijk terecht te komen in de Clerqstraat.
Op de hoek met de Schimmelstraat zagen we een telecom-winkel, waar een vrij originele spelling was gebruikt voor het woord satelliet, Aangezien ik een verzamelaar ben van afwijkende spellingen, trok ik mijn camera te voorschijn en fotografeerde de etalageruit.
Ik wilde het fototoestel alweer opbergen toen de winkelier aan kwam draven. "Wat moest ik zijn winkel fotograferen?" Mijn ervaring is dat, zelfs al bevat een tekst minstens vijf spelfouten per regel, de schrijvers van zulk proza soms uiterst agressief kunnen reageren als je durft te beweren dat hun spelling niet deugt. Dus mompelde ik dat het zo'n grappige etalage was. De winkelier leek dit geen bevredigende verklaring te vinden en stelde met groot aplomb dat ik hem toestemming had moeten vragen. Daar de man eruit zag of hij uit een land kwam waar mogelijk geheel andere wetten gelden dan hier, antwoordde ik dat dit in Nederland echt niet het geval was. Als ik een foto neem van een persoon, dan vraag ik netjes toestemming. Maar een etalage aan de openbare weg, die valt echt niet onder de privacy -- of wel soms? Mijn verklaring leek de winkelier niet echt te bevallen. Als hij mij voor de rechter zou dagen, was ik volledig kansloos! Het hierna volgend ritueel was in wezen niet echt opwindend: de winkelier werd weliswaar steeds bozer, maar deed weinig meer dan herhalen dat hij bij de rechter een fikse schadevergoeding zou kunnen krijgen, terwijl ik weinig ander weerwoord had dan dat foto's van de openbare ruimte geen inbreuk op de privacy kunnen vormen, zeker als daar geen personen op voorkomen. Het zal u niet verwonderen dat ik spoedig genoeg kreeg van wat onder schakers een herhaling van zetten wordt genoemd. Ik nam vriendelijk afscheid en vervolgde mijn weg. Toen ik mij verwijderde hoorde ik nog dat de man, wiens moedertaal duidelijk geen Nederlands was, in ieder geval het woord klootzak in zijn vocabulaire had opgenomen. Later vroeg ik mij nog af of het misschien helemaal geen spelfout was maar of de winkelier een Arabier was, die gewoon Sat Al Iet heette ... Wie zal 't zeggen?
|