HET NIEUWE ONDERWIJS (14 april 2007)Vandaag een weblog zonder plaatjes. Kan u daar nog wel tegen? In deze dagen, nu er zoveel discussie is over het onderwijs, is de volgende anekdote misschien wel relevant: Nadat ik vele jaren lesgegeven had in de Engelse taal, en later ook in programmeertalen, werden deze bevoegdheden door het ' nieuwe onderwijs' wat minder interessant en werd ik (op een school voor informatica) verzocht les te gaan geven aan klassen ter voorbereiding op het Europees Computer Rijbewijs (een diploma dat -- in strijd met de taalregels -- als drie woorden schijnt te moeten worden geschreven. De Minister Van Onderwijs had kennelijk bedacht dat steeds meer leerlingen toegang hoorden te krijgen tot het Middelbaar Beroepsonderwijs, hetgeen te merken was aan het feit dat er steeds meer leerlingen kwamen die moeite hadden om te abstraheren en zich te concentreren. Deze leerlingen werden dus geacht zich zelfstandig voor te bereiden op door de Europese Gemeenschap erkende toetsen. Al spoedig merkte ik dat maar weinig van mijn leerlingen echt deden wat er van ze verwacht werd. Na enkele weken besloot ik wat tests te maken waarmee de leerlingen konden zien of ze de stof voldoende hadden bestudeerd of niet. De toetsen bleken goed te werken. Spoedig nam ik waar dat mijn leerlingen zich meer gingen inspannen en de stof beter beheersten dan voorheen. Na enige weken werd ik dan ook geroepen bij een manager, u weet wel, het soort functionaris dat vroeger in het onderwijs niet bestond, maar dat sinds enkele jaren een flinke hap uit het onderwijs-budget neemt. Ik verwachtte te horen dat de school het wel prettig vond dat de groep waaraan ik lesgaf, zo goed vooruitging. Maar wat bleek? Mij werd te kennen gegeven dat mijn aanpak indruiste tegen de filosofie van het nieuwe onderwijs. De leerlingen werden geacht zelfstandig te werken. Doordat ik de leerlingen tests aanbood waarmee ze wekelijks konden controleren of ze de stof wel beheersten, stond ik in de weg van deze filosofie en mij werd te verstaan gegeven dat ik mijn activiteiten - hoe gunstig die ook uitpakten - moest staken. Ik bedacht dat mijn inmenging misschien ook wel erg ouderwets was -- echt zo'n leraar van de oude stempel, die wekelijks vele uren extra investeert om zijn leerlingen te stimuleren en ik legde mij neer bij de beslissing van het management. Al spoedig zag ik de prestaties van mijn leerlingen weer achteruithollen. Achteraf vraag ik mij nog steeds af of ik het onderwijs wel een dienst heb bewezen door mij te conformeren.
|