ER WAS EENS ... (2 november 2005)Er was eens een buitengewoon knap jongetje, dat een geweldig talent had in het maken van allerlei technische zaken. Hij woonde in een grote villa met zijn rijke ouders. Toen die op een dag de deur uit waren, had hij net een voertuigje in elkaar geknutseld waarmee hij het hele huis door kon rijden.
Het was reuze plezierig om erin te rijden. Waar hij voorheen moest lopen om bijvoorbeeld de WC te bezoeken of zijn speelgoed weg te bergen, tufte hij nu vrolijk van de ene naar de andere kamer. Wat kan het leven toch prettig zijn met een autootje! Het autootje had geen stroom uit het stopcontact nodig: het reed namelijk op brandstof. Dat was natuurlijk wel prettig. Het nadeel was echter dat het al gauw wat warmer werd in huis. En de lucht werd er ook niet schoner op.
Door al die rook moest het jongetje hoesten. En die warmte voelde ook niet echt prettig aan. Maar een autootje geeft toch wel erg veel gemak, nietwaar? Toen ouders van het jongetje 's avonds terugkwamen, was de meeste rook alweer opgetrokken. Het autootje stond stil: er was geen enkele beweging meer in. In het jongetje trouwens ook niet ...
|